Radio
Het culturele leven in die tijd beperkte zich tot (school)radio, bioscoopbezoek en verenigingsleven. De schoolradio kwam tot ons via distributie. Wekelijks werd in de hogere klassen de luidspreker aangesloten op het net en luisterden we naar educatieve programma’s. Thuis waren voor de jongste kinderen Kleutertje Luister en Paulus de Boskabouter, en voor de wat oudere kinderen Monus, de man van de maan, en Barend Bluf (Bennie Vreeden) de favoriete programma’s. Die kwamen ook via radiodistributie van de PTT tot ons, want onze huizen hadden daarop standaard een aansluiting.
Bioscoopbezoek
Populair waren ook de speciale kindervoorstellingen in de plaatselijke bioscopen, het Hallentheater aan de Jan van Galenstraat en de West End aan de Jan Evertsenstraat. Verder werden voor de jeugd ook films gedraaid in een aantal buurtcentra aan de Admiraal de Ruijterweg. Meestal slapsticks (Laurel and Hardy) en tekenfilms van Disney.
Televisie
Pas verder in de vijftiger jaren brak de TV door. Het aantal toestelbezitters was aanvankelijk nog beperkt. En als je een TV had was je moreel verplicht de jeugd uit de buurt te inviteren voor het wekelijkse kinderuurtje op woensdagmiddag. Schoenen uit en bij een of andere buurvrouw genieten van De Verrekijker, Dappere Dodo en Professor Plano. En zwaaien naar Tante Hannie! In uitzonderingsgevallen mochten we bij de ouders van een tante van me (“opa en oma” Veenekamp) in de Gerard Callenburgstraat kijken naar de populaire zaterdagavond shows van Tom Manders alias Dorus. Ik zat dan met hun buurmeisjes Jannie en Els Bouma als konijnen in de koplampen te kijken naar het 36 cm schermpje van een Philips Hondenhok waar je door de sneeuw vage contouren van de optredende artiesten kon onderscheiden als ten minste de buurvrouw niet ging stofzuigen want dat had je onmiddellijk storing.
Poppentheater
In die tijd werd, mede door de uitzendingen van Dappere Dodo, het poppentheater van Bert Brugman bekend. Naast kindervoorstellingen voerden zij ook voor volwassenen hele opera’s op. In gebouw Marcanti aan de Jan van Galenstraat. Als kind namen mijn ouders me daar al mee naar toe. Van opera snapte ik weliswaar nog niets maar het poppenspel boeide me toch. Toen ik een jaar of 11, 12 was ging ik ook mee naar het Concertgebouw waar we een abonnement hadden op de populaire “Lenteserie” van de Amsterdamse Kunstkring. Ik was daarmee denk ik een uitzondering want van mijn klasgenootjes hoorde ik zelden dergelijke ervaringen.
Buurtevenementen
Onze eigen buurtverening (Van Zomers Buiten en Rochdaele, onder voorzitterschap van Ab Luikinga) organiseerde culturele evenementen in de binnentuinen van de woonblokken aan de Jan den Haenstraat/ Joris van Andringastraat en van de Gerard Callenburgstraat/Joris van Andringastraat. Daarvoor werd over de pierenbaden een podium gelegd en traden fanfarekorpsen, koren en (derde rangs) variétéartiesten op. Als dat in “onze” binnentuin was konden we vanaf onze waranda het schouwspel volgen, maar je kon ook in de tuin gaan zitten.
Klik hier voor deel 1
Klik hier voor deel 2
Klik hier voor deel 3
Klik hier voor deel 4
Klik hier voor deel 5
Klik hier voor deel 7
Klik hier voor deel 8
Klik hier voor deel 9
Klik hier voor deel 10